Skip to main content

Een bewogen jaar: Pim Kamps kijkt terug op Orion Stars in 24/25

Pim Kamps, zelf niet zo lang geleden in Doetinchemse dienst als spelverdeler, werkt dezer dagen veelal achter de schermen bij Orion Stars. Wat ging er volgens hem goed, wat had er beter gekund, wat gaat er anders zijn en wat blijft hetzelfde, volgend jaar in de Eredivisie?

Geen vriendenteam, maar een team dat prijzen wint

Voor Orion was 24/25 het seizoen van de treble – de Supercup, de Nationale Beker en het Landskampioenschap. Er werd zelfs weer gespeeld op Europees niveau, ook al was dat eerder mooi meegenomen dan een doelstelling op zich. Ook kwam het team redelijk mee in de allereerste BeNe-conference. Al met al uitstekende prestaties, maar zeker niet zonder kleerscheuren. 

Hier en daar kwam gedurende het seizoen al naar buiten dat het soms intern stormde bij Orion. Hoe denkt Kamps daarover? “We hebben een bewogen jaar achter de rug. Mensen zijn regelmatig met elkaar gebotst, meer dan nodig. Soms word je daar beter van, maar het was niet altijd leuk. Lubos en Kevin hadden hier bijvoorbeeld moeite mee dit seizoen. Ben je een persoon die accepteert dat het om meer draait dan jijzelf – dáár zit het verschil in. Niet per se in tactische keuzes tijdens de wedstrijd, maar het vertrouwen dat is opgebouwd daarbuiten in de mensen die naast je staan. Daar ben je een seizoen lang mee bezig. Dát is volleybal. Er zijn genoeg voorvalletjes geweest waarmee je cultuur schept met elkaar. Die kun je accepteren, of juist de confrontatie aangaan en een cultuur hebben waarin iedereen doet wat er van hem gevraagd wordt vanuit de teamgedachte. Je moet elkaar leren snappen, wanneer je iets wel aandacht moet geven en niet.” 

Soms boterde het dus niet bepaald tussen staf en selectie, maar Kamps benadrukt: dit was óók een heel mooi seizoen. “Het winnen gaat gepaard met irritaties en elkaar niet leuk vinden. We bouwen geen vriendenteam. We bouwen een team dat prijzen wint, dat weerstand nodig heeft tijdens het seizoen om daarmee om te kunnen gaan in de finales”, zegt de manager resoluut.

Dat is een les die de organisatie achter Orion Stars heeft geleerd en gekoesterd. 

Twee belangrijke omslagpunten

Als het aan Kamps ligt was Liam McCluskey de missende schakel dit seizoen. “Hij heeft het ‘t allerzwaarst gehad. Hij moest van nul naar totale afhankelijkheid in de finales gaan. Mentaal is hij heel sterk. Hij heeft aardig wat te verduren gehad, maar hij is de juiste persoon op de juiste plaats gebleken. Zijn missie is meer dan gelukt. Liam koos echt voor het team, hij kan zich compleet wegcijferen – da’s precies wat we nodig hadden op dat moment in die fase van het seizoen. We hadden vertrouwen in hem, maar nog geen haast met z’n herstel. Toen Lubos wegviel werd dat opeens heel anders.” Dat was het éérste kantelpunt.

Een tweede ontwikkeling die het tij keerde was het inleveren van de aanvoerdersband door Jannes van der Ham. “Jannes had het dappere zelfinzicht dat hij van het aanvoerderschap geen betere volleyballer werd, en hij niet het juiste gereedschap had om het team de benodigde richting op te krijgen. Toen heeft Edvin de rol overgenomen – niet omdat-ie beter is, maar er kwam wel meer rust en minder irritatie. Jannes kon daarna weer beter spelen en drive uitstralen. Volleyballen konden we het hele seizoen al – da’s niet anders dan vorig seizoen. Maar echt een team zijn, dat was anders, dat lukte uiteindelijk pas toen. Dat vind ik knap.”

Seizoen 2025/2026: senioriteit, stabiliteit, slim zijn 

Kamps is duidelijk: het gaat allemaal heel anders zijn volgend jaar. Met het betreurenswaardige wegvallen van Lycurgus als voorname concurrent hebben de Stars nieuwe ambities nodig, zegt Kamps. “We zijn op voorhand de gedoodverfde favoriet in Nederland, daar zullen we niet voor weglopen. We willen de BeNe-cup én de BeNe-conference winnen – dat zijn de targets.” 

Wat de selectie ook nodig heeft is senioriteit en stabiliteit, vindt hij. “Die brengen Jorna en Ter Maat met zich mee. Dat maakt dat er iets minder jeugdig potentieel in het team zit volgend jaar, maar meer ervaring. Zoiets heeft andere uitdagingen: kunnen ze alle wedstrijden wel aan, bijvoorbeeld. Je moet misschien periodiseren (internationaal ook wel “load management” of “resting the starters” genoemd, red.). Dat is natuurlijk de verwachting, maar dat weet je nooit van tevoren. Met twee buitencategoriespelers en vier goede Nederlandse spelers eromheen alleen redden we het hoe dan ook niet.”

Rust, al dan niet gedwongen, is noodzakelijk in het topvolleybal. “Het tempo is killing; voor mensen die bij de Lange Mannen spelen is er wel heel veel volleybal in één jaar. Voor Luuk Hoge Bavel bijvoorbeeld is het hartstikke goed want hij is nog jong. Jorna en Ter Maat zullen daarentegen voor het eerst in vijftien jaar een rustige zomer hebben, dus die hebben nu een heel ander vraagstuk: hoe blijf je fit in de zomer? Dat lukt hen wel, het zijn immers profs. Maar zoiets blijft een uitdaging.” 

Kamps zegt dat Orion Stars niet per se méér wil trainen. “We hebben het afgelopen jaar waarschijnlijk minder trainingsuren op het volleybalveld gemaakt dan Lycurgus of Dynamo. Onze focus ligt op het worden van een team, pieken op de juiste moment en zorgen dat spelers mentaal klaar zijn om op de belangrijke momenten hun beste volleybal te laten zien. Dat is wat er nodig is om ons niveau prijzen te winnen.” Dat Orion Stars zover is gekomen als team en club en stichting is volgens Kamps voor een groot deel op de conto te schrijven van Wijnand Geerdink en Dirk Sparidans. “We hebben enkele moeilijke stappen omhoog gezet, impopulaire keuzes gemaakt richting die stip aan de horizon. Elk jaar gaat er een tandje bij richting het worden van een topclub.” 

“Orion Stars is nog geen Europese topclub. Ik hoop dat we het ooit worden natuurlijk, maar verwacht niet dat we dat budgettair gezien ooit aan zullen kunnen. We moeten vooral slim wezen.” 

Nieuwe zakelijkheid rondom talent

Orion zoekt dus sportief gezien meer stabiliteit, niet alleen piekmomenten. Tom Koops bijvoorbeeld had een groot aandeel in het kampioenschap maar, zegt Kamps, hij worstelde ook met wat ervoor nodig is een goed team mede mogelijk te maken. Zo had hij moeite met zijn veranderende rol, van jong en onbevangen naar een speler waar zijn hele omgeving hele hoge verwachtingen van had inclusief hijzelf. Niettemin had Kamps graag ‘de Tom van de Finales’ bij de selectie behouden. “Zijn contract bevatte een clausule waarbij specifieke buitenlandse topclubs hem konden afkopen. Die club heeft zich aangediend. Hij heeft in zijn twee seizoenen bij Orion Stars vijf prijzen gewonnen. Dan ben je ook wel toe aan een nieuwe uitdaging, dat begrijp ik. Zakelijk gezien is dat precies wat we wilden: hem belonen en er zeker van zijn dat als hij tussentijds weggaat er een afkoopsom aan zit.” 

Die zakelijkheid is anders dan voorheen. “Vroeger deden we er alles aan om een speler goed te maken, maar die verliet de club dan weer zodra de tijd rijp was. Dat willen we blijven doen, maar er dan zelf ook van profiteren. Ik geloof erin dat dit de enige manier is om te groeien in kwaliteit wanneer je onderaan de Europese volleybal piramide staat.”

Het vertrek bijvoorbeeld van middenspeler Beau Wortelboer, een talent uit eigen kweek en thans op de longlist van bondscoach Joel Banks, is typisch voor het Nederlandse topvolleyballandschap. Wortelboer verkast naar Lindemans Aalst. “In eerste instantie zegt mijn gevoel dat dit voor een talentvolle Nederlandse speler als Beau een stap opzij is, en niet een stap omhoog. Lindemans Aalst en Orion Stars zijn vergelijkbaar qua organisatie, kwaliteit en selectie.” Maar Kamps kan er ook wel begrip voor opbrengen: “Beau is heel erg op zoek naar wat er nog meer is. Hij kent niet anders dan Doetinchem en zou misschien niet genoeg uitgedaagd worden door zijn omgeving om spannende stappen te zetten. Hij wil uit die comfortzone. Dat is een heel gezonde ambitie en op deze factoren hebben wij als Orion Stars geen invloed.”

Kamps besluit: “Wij zijn de enigen in de Nederlandse eredivisie die echt willen concurreren met Europese clubs. Ik gebruik de relatieve zwakheid van de Nederlandse competitie alleen nooit als excuus, het betekent simpelweg dat je zélf als organisatie nieuwe uitdagingen moet creëren. Nu verliezen we verdienstelijk van de Belgen, volgend seizoen gaan we van ze winnen. We willen niet alleen meedoen aan de 1e rondes van de Champions League, maar echt de groepsfase behalen. Wij en de andere clubs in Nederland hebben werk aan de winkel. Anders houd je een situatie dat talenten weg blijven drijven, omdat de Nederlandse competitie niet competitief genoeg is.” 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *